06 We vinden grijs ook groen

Het hoeft niet altijd maar groen te zijn. Als je door de ogen van een vogel kijkt, dan is een betonnen gebouw ook een vorm van natuur: het is mogelijk een plek om te foerageren, om te schuilen, om te nestelen. Zo proberen wij ook naar onze ontwerpen en ontwikkelingen te kijken. Het gaat erom mogelijkheden te creëren voor de natuur en sommige natuur hoeft niet groen te zijn. Naast groene daken zijn er bijvoorbeeld ook bruine daken met een bodem van vermalen steen waartussen de kruiden spontaan opkomen. Denk daarnaast ook aan rotstuinen, stapelmuurtjes, gemetselde kademuren; allemaal plekken waar planten en dieren graag zijn.

We gebruiken alle plekken in de wijk om natuur te maken. Of het nu daken zijn, gevels, tuinen of parken: we benutten alle mogelijkheden. En soms zijn dat niet voor de hand liggende plekken. Kieren, hoekjes of onderkanten. Meer diversiteit is beter, want het geeft meer mogelijkheden voor planten en dieren. Een blijvende inspiratie daarbij zijn de straatstenen ecokathedralen van Louis Le Roys (1924 - 2012), die in Mildam en Heerenveen vanaf 1965 honderden vrachtwagens vol afgedankte straatklinkers, stoeptegels en trottoirbanden opnieuw opbouwde tot gestapelde bouwwerken met een grote diversiteit aan foerageer-, verblijfs- en nestelplaatsen voor natuur.

Het vraagt om een andere manier van ontwerpen, en dat is precies wat we gaan doen. In plaats van de openbare ruimte en de gebouwen af te sluiten en glad te strijken, maken we ze open en gevarieerd. De openbare ruimte zien we liever rijk en rommelig, dan leeg en strak. De straten niet van gevel tot gevel dichtgelegd met tegels, maar vol met wilde bloemen, hoge grassen en inheemse bomen. Keermuurtjes niet van beton, maar van hergebruikte stapelsteen. Geen gevels zonder schuil- en nestplekken. Hoge gebouwen liever geterrasseerd en alzijdig ontworpen dan eindeloos hoog opgetrokken uit één vloer zonder enige variatie.